"Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu?"1 Als je tijdens de les Nederlands op de middelbare school hebt opgelet, weet je vast nog wel dat dit zinnetje (dat romantisch klinkt, maar eigenlijk een religieuze lading heeft) vaak wordt gebracht als de eerste 'echt' Nederlandse geschreven tekst. De woorden staan op de laatste pagina van een middeleeuws handschrift in de bibliotheek van de abdij van Rochester (Engeland) dat dateert uit de 11e eeuw. Waarschijnlijk zijn ze geschreven door een monnik die even een nieuwe ganzenveer wilde uitproberen, want met de rest van het handschrift heeft de tekst niets te maken. Is met deze losse flodder werkelijk het Nederlands 'geboren'? In dit blogartikel lees je meer over het ontstaan van de Nederlandse taal.
Anno 2023 hoeven we gelukkig niet meer met ganzenveren in de weer. Met onze state-of-the-art vertaaltechnologie leveren we je in een mum van tijd hoogwaardige vertalingen van jouw projecten. Vraag nu vrijblijvend een offerte aan.
Een nieuwe taal ontstaat niet spontaan. Talen ontwikkelen zich geleidelijk. Op het grondgebied van wat nu Nederland is, werden al ver voor onze jaartelling allerlei Germaanse dialecten gesproken, in het zuiden gemengd met wat Franse invloed. Omdat ook taalkundigen van duidelijkheid houden, is op een gegeven moment – op basis van bepaalde kenmerken – besloten dat we deze verzameling dialecten van vóór 1200 Oudnederlands noemen en de dialecten die tussen 1200 en 1500 werden gesproken Middelnederlands (ook wel Diets genoemd). Van één uniforme taal was nog helemaal geen sprake: veel dialecten verschilden zo van elkaar dat de sprekers ervan elkaar niet of nauwelijks konden verstaan. Een algemene schrijftaal was er evenmin.
Vanaf ongeveer 1500 begon de wereld veel sneller te veranderen dan in alle eeuwen daarvoor. Denk aan de sprint die de wetenschap nam, de 'ontdekking' van nieuwe continenten en de sterk toenemende handel. Ook op staatkundig gebied waren er veel veranderingen. Zo kwamen in Nederland de meeste voorheen autonome gebieden onder (min of meer) centraal gezag te staan. Er kwam dus ook steeds meer behoefte aan een taal waarmee mensen uit alle delen van het land met elkaar konden communiceren. Zo ontstond beetje bij beetje een standaardtaal: het Nieuwnederlands. Dat was eerst en vooral een schrijftaal, gebruikt door de hogere kringen, geestelijken en kooplieden. De gewone man of vrouw was in de 16e en 17e eeuw doorgaans ongeletterd en verliet bovendien nooit zijn of haar streek. De meeste dialecten bleven dan ook gewoon bestaan.
Pas na 1800 begon de standaardtaal zich ook te verbreiden onder de arme meerderheid van de bevolking. Dat had diverse oorzaken. Ten eerste gingen steeds meer kinderen naar school, waar ze kennismaakten met de schriftelijke Nederlandse standaardtaal. Ten tweede kwamen de massamedia op, waardoor meer mensen via de krant in contact kwamen met de standaardtaal. En ten derde, misschien wel de belangrijkste reden, nam – vanaf begin 19e eeuw – de mobiliteit van de bevolking sterk toe. De trekschuit, de postkoets en later de trein brachten mensen uit alle windstreken bij elkaar. Een gemeenschappelijke taal werd dus onontbeerlijk. In de praktijk ontwikkelden veel mensen een vorm van tweetaligheid: thuis en met streekgenoten spraken ze dialect, elders en met buitenstaanders spraken ze de standaardtaal. In afgezwakte vorm is dat tot op de dag van vandaag zo gebleven.
Om terug te komen op het bekende zinnetje waarmee dit blogartikel begint: het is een tot de verbeelding sprekend startpunt om het ontstaan van de Nederlandse taal uit te leggen. Maar met een officiële 'geboorte' van het Nederlands heeft het weinig te maken. Dat soort mythes zijn ook helemaal niet nodig, want ook zonder kunstgrepen is het Nederlands springlevend. Wil je binnenkort een tekst naar of uit het Nederlands laten vertalen? De taalliefhebbers van professioneel vertaalbureau Scriptware Translations regelen het graag voor je. Bel of mail ze gerust!
1 Zijn alle vogels nesten begonnen, behalve jij en ik?